Sagada: Mountain Province
5 april 2019
Op twee april begon onze eerste dag in Sagada. In de voormiddag kregen we meer informatie over de situatie van de boeren en de mijnbouw- en energieprojecten in Mountain Province.
Mountain Province heeft ongeveer 22.000 hectaren aan landbouwgrond. Om deze gronden te irrigeren, wordt water gebruikt van de rivieren. Mountain Province is voornamelijk bergachtig. De rijstterrassen zijn dan ook op de bergwanden aangelegd, om de bruikbare oppervlakte voor landbouw zo goed mogelijk te benutten. Op vlakke landbouwgronden worden voornamelijk groenten geteeld. Sagada produceert niet voor export.
Buiten de beperkte oppervlakte aan landbouwgrond, zorgen ook de genetisch gemodificeerde gewassen voor problemen in Mountain Province. Dere zaden met hogere opbrengst hebben enorm veel meststoffen nodig. Deze chemische meststoffen zijn op hun beurt giftig en zeer duur. De zaden noemt men ‘suicide seeds’, het zaad is immers onvruchtbaar en moeten steeds opnieuw aangekocht worden. Dit zorgt ervoor dat de kosten hoog oplopen voor de boeren: zowel de hoge kost van de zaden als de steeds duurder wordende meststoffen, insecticiden en pesticiden.
Uiteraard speelt hier ook weer de overheid een rol. Niet alleen krijgen de boeren geen farm to market roads (waardoor hun producten de markt niet kunnen bereiken), ook sloot de overheid vrijhandelsakkoorden af. Dit betekent dat grote producenten uit buitenland de Filipijnse markt overspoelen met goedkope rijst.
Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is, zijn er ook de claims op grond voor mijnbouw en andere projecten. Veel bedrijven zijn geïnteresseerd in de regio omwille van het vele water, goud en mineralen.
Het tweede deel van de voormiddag ging over de jeugd in Mountain Province. Het grootste deel van de jeugd behaald geen diploma omdat het onderwijs te duur is. Ze zoeken een job in de stad, bijvoorbeeld in mijnbouw of tuinbouw. Ook veel jongeren werken als tourguide, omdat dit meer opbrengt.
Het merendeel van de jongeren in Mountain Province wordt gerecruteerd voor het leger en politie. Dit zijn de enige jobs met hoger loon: als staatsofficier verdien je 29000 Php, terwijl leerkrachten maar 15000 Php verdienen per maand.
Sinds 2018 zou de universiteit en verder studeren na het middelbaar, zogezegd gratis zijn. Echter, niets is minder waar: er is niet genoeg budget en er is niet genoeg plaats voor alle studenten die verder willen studeren. Hierdoor werden veel studenten ontmoetigd om zich kandidaat te stellen voor een hogere studie.