Update Mali: overheidsvacuüm ingenomen door terroristische groeperingen, leidt tot etnische spanningen
12 févr. 2020
Onderstaand artikel (Franse versie) geeft een beschrijving, inclusief getuigenissen, van de conflictsituatie die is ontstaan tussen Dogon en Peul in de regio Mopti (Mali). De Malinese overheid heeft geen controle meer over Noord-, en nu ook Midden-Mali, en verschillende terroristische groeperingen hebben zich daar gevestigd. Dogon nemen het de Peul kwalijk dat ze zouden aansluiten bij terroristische groeperingen. Terroristische aanslagen zijn voor hen gelijk aan aanvallen door Peul. De Dogon beslisten eigen milities op te richten, wat leidde tot een spiraal van geweld.
Het artikel beschrijft hoe Peul vertrekken uit de streek omdat ze riskeren gedood te worden door Dogon-milities. Dogon-families vluchten eveneens nadat hun dorpen aangevallen werden door jihadistische groeperingen. In 2019 zijn bijna 500 mensen omgekomen in deze conflicten. Ook deze aflevering van Vranckx belicht het conflict in de regio kort (vanaf 18’).
Solidagro’s Malinese partners GAAS en ARAFD werken in de departementen Bandiagara en Koro, beide in de regio Mopti, en uiteraard maken zij geen onderscheid tussen volkeren. Onze landenvertegenwoordiger voor Mali en Burkina Faso, Alain Traoré, benadrukt het belang van hun aanwezigheid :
“Indien onze partners de streek zouden verlaten, dan geeft dat nog meer kansen aan de verschillende gewapende groeperingen. Onze partners passen hun activiteiten aan de omstandigheden aan. Zo gaan vormingen die lokaal gepland waren in verschillende dorpen, nu op één centrale plaats in het stadje Bandiagara door. Samenkomsten met enkele tientallen deelnemers organiseren in een dorp levert een te groot risico voor deze mensen omdat het de aandacht trekt van gewapende groepen. Het werkgebied van onze Malinese partners ligt aan de grens met Burkina Faso. Momenteel is over de weg naar Burkina Faso reizen, te gevaarlijk geworden voor GAAS en ARAFD, waardoor coördinatie tussen hen en de Burkinese partners van Solidagro bemoeilijkt wordt.”
Dogon en Peul, vrienden die vijanden werden (Mali)
Artikel van Célian Macé, Speciaal Gezant te Mali - Gepubliceerd op 2/01/2020
Sinds het bloedbad van 22 maart 2019 in Ogassogou blijft het geweld tussen de voorheen samenwerkende volkeren voortduren. Uit vrees voor veediefstallen en moorden, trekken families weg uit hun gebieden.
In het Nationaal Museum ligt een stofsluier over de postkaarten van het Dogon land, 10 jaar geleden nog een toeristische trekpleister op zijn hoogtepunt in Mali. Nu trekt er niemand meer door de dorpjes in het droge gebied van de Bandiagara klif, op 700 km van Bamako, in de voetsporen van de beroemde Dogon mythologie. De traditionele jagers, de dozo’s, die zich ophouden langs de weg doorheen het platteland, zijn voortaan bewapend met Kalasjnikovs.
Een ander aspect dat ook veranderd is: op de hoofdweg die Sévaré met Bandiagara verbindt, zijn de grote kuddes met hoge kegelvormige hoeden en tulbanden (kenmerken van het Peul volk) uit het straatbeeld verdwenen. "Vorig jaar hebben we het onheil beetje bij beetje naderbij voelen komen. Er deden zich moorden en veediefstallen voor in de brousse. De getroffen families waren de eerste om Bandiagara te ontvluchten," vertelt Oumarou Barry, 46 jaar. "Sinds 22 maart komen er jagers in de huizen van het dorp om de Peul te vermoorden. Die dag zelf zijn 7 mensen vermoord en zijn we allemaal gevlucht." De boer heeft 40 koeien en een honderdtal schapen verloren, zijn gehele fortuin. Hij neemt zijn drie vrouwen en 16 kinderen mee bij zijn vlucht.
Het peterschap systeem
Oumarou leeft sinds 8 maanden in een kamp voor ontheemden in Sévaré, op 60 km van Bandiagara. "De Peul konden niet langer deelnemen aan de lokale wekelijkse markten”, verduidelijkt Boureima Tall, 41 jaar die naast hem op een mat zit. “De Dogon zijn toen begonnen met hun vee uit de gezamenlijke kuddes te halen." Voor die tijd leefden Dogon en Peul harmonisch samen, waren economisch complementair en leefden in sterke onderlinge samenhorigheid. De Peul boeren hielden zich bezig met het vee, de Dogon met de gewassen en de oogsten. Een systeem van peterschap, waarbij een Dogon familie over een Peul familie waakte, verzekerde de sociale verwevenheid tussen de volkeren. “De bevolkingstoename en de klimaatverandering deed iedereen op zoek gaan naar het beste stukje grond.”, legt Boureima Tall uit, een (Peul) melkveehouder uit Bankass. “Het jihadisme heeft er weinig mee te maken. In dit gebied vecht men voor het land.” Dit is de enige uitspraak waarmee Marcelin Guenguéré, 45jaar, het eens is. In een industriële wijk van Bamako verklaart de woordvoerder van de Dogon militie Dan Na Ambassagou fel: "Volgens mij zijn er geen jihadisten in de religieuze zin in het gebied van de Dogon, enkel terroristen. Lokale Peul hebben zich ten dienste gesteld van fanatieke groepen uit het buitenland om de Dogon van hun gronden te verjagen en in te nemen om als weiland te gebruiken. Ze hebben kennis van de brousse en van oudsher een band met de islam, wat hen tot geprivilegieerde rekruten maakt voor de islamitische groepen."
In 2013 werd een deel van de strijders van de Mujao, (Beweging voor de eenheid en de jihad in West-Afrika/Mouvement pour l'Unicité et le Jihad en Afrique de l'Ouest), die de stad Gao bezetten, verjaagd door de Franse Operatie Serval en ze vestigden zich vervolgens geleidelijk in de lager gelegen vlaktes van de Niger delta. De bekendste onder hen, de Peulse prediker Amadou Kouffa, heeft er het Bevrijdingsfront voor Macina opgericht, en zweerde trouw aan Al-Qaeda in maart 2017. "Er werd toen een alliantie gecreëerd tussen de strijders van de Mujao en Peul herders ", verduidelijkt Boubacar Ba, van het Centrum voor analyse over het toezicht en de veiligheid in de Sahel. “De jihadistische bezetting heeft de traditionele landregels overhoop gehaald. Kouffa belooft (aan de Peul) gelijke toegang te verlenen tot grond en het einde van de onrechtvaardigheden in een ontwrichte maatschappij.”
Een dertigtal opstandelingen hebben zich gevestigd in de delta. De bewoners noemen hen simpelweg "de mensen van de brousse". Ze intimideren staatsvertegenwoordigers en al wie ze als administratieve collaborateurs beschouwen. Voor de Dogon is alles veranderd sinds de moord op één van de meest gerenommeerde Dogon jagers, Théodore Somboro, drie jaar geleden. "Ik kende hem, het was een verkenner van het Malinese leger", legt Idrissa Sankaré uit, afgevaardigde van Bankass. "In een bericht op Whatsapp, kort voor zijn dood, riep hij op tot wraak tegen de Peul. Vanaf dat moment zijn de aanvallen op grote schaal begonnen." Enkele dagen na de moord op Théodore Somboré, werd Dan Na Ambassagou ("de jagers die zich aan God toewijden") opgericht. Het zijn deze milities die men ziet op de wegen doorheen het gebied van de Dogon, die check-points opzetten, en vanuit stenen uitkijktorens het reilen en zeilen op het terrein overzien. "Dan Na Ambassagou beweert dat ze zich inzetten om de bevolking te beschermen, maar deze hebben er niet echt inspraak in", zegt Adaman Diongo, 42 jaar en voorzitter van het collectief van verenigingen voor de jeugd, bij de Dogon. “In enkele maanden tijd werd een muur opgetrokken tussen de gemeenschappen. Het is zij of wij, luidt het." Hoge Malinese regeringsfunctionarissen meenden destijds dat de Dogon milities efficiënt konden zijn in het bestrijden van het terrorisme. Een militaire strategie met volmacht, die reeds decennia op deze manier werkt in de strijd tegen de Touareg rebellen. Het nationale leger, kwetsbaar en gedestabiliseerd door de jihadistische aanvallen, slaagt er niet in om de controle te heroveren over het noorden van het land. Ze hadden daar naar hun zeggen, medestanders in het gebied van de Dogon voor nodig. "Dan Na Ambassagou werd in het geheim bewapend en gefinancierd door politici uit Bamako", bevestigt Boubacar Ba. Voor elke aanval die werd toegeschreven aan jihadisten werden voortaan Peul gehuchten, die als medeplichtig beschouwd werden, als doelwit genomen. Deze wraakcyclus bereikte de Dogon gebieden, tot en met het bloedbad in Ogassogou.
Ontbonden militie
In de nacht van 22 op 23 maart 2019 vallen geüniformeerde dozo jagers dit Peul dorp, gelegen op enkele km van Bankass aan. Het bloedbad is ongezien in Mali. Meer dan 160 inwoners werden vermoord, huizen in brand gestoken en lijken in putten gegooid. Het land is in staat van ontzetting. Later wordt de aanval in Ogassogou beantwoord met moordpartijen doorheen het hele Dogon gebied, zoals in Sabane (Dogon dorp, 23 doden), Gangafaniet Yoro (38 doden), ... Er worden manifestaties georganiseerd in de hoofdstad, op vraag van religieuze autoriteiten. De eerste minister, Soumeylou Boubèye Maïga, die beschouwd wordt als initiatiefnemer voor de politieke steun aan de Dogon milities, neemt ontslag, en wordt vervangen door een Peul als Eerste Minister, Boubou Cissé.
De president van de republiek, Ibrahim Boubabacar Keita, gaat nog verder. Hij ontslaat de legeroversten en spreekt de ontbinding uit van Dan Na Ambassagou. De militie trekt zich echter niets aan van orders die uit Bamako komen. Hun militaire chef, Youssef Toloba, verklaart dat hij zijn veiligheidsmissie in het het Dogon gebied zal verderzetten. Geconfronteerd met deze escalatie van geweld, lanceert de Minusma operatie “Onyx”, en installeert tijdelijke vooruitgeschoven militaire posten in Bandiagara en Bankass, en verhoogd het aantal missies in deze zone. Sinds deze zomer is er geen einde gekomen aan de gewelddadigheden, maar werd er geen enkel bloedbad meer op grote schaal gesignaleerd. Het effect van de VN aanwezigheid? Consequenties van een veranderde politiek in Bamako? Of simpelweg een rustige periode ten gevolge van de periode van het oogsten van de gewassen?
Op het terrein durven noch het Malinese leger, noch de blauwhelmen de directe confrontatie aangaan met de Dogon-milities. Elke dag kruisen hun wegen zich in een gespannen sfeer. Op vraag van het Malinese leger zien de VN soldaten soms af van een patrouille, om de dozo’s niet te provoceren, aangezien deze hun aanwezigheid niet op prijs stellen. “De Minusma beschermt alleen zichzelf, niet het Malinese volk. We kunnen Dan Na Ambassagou niet ontwapenen zonder hetzelfde te doen met de Peul groeperingen. De Dogon zullen dat nooit accepteren”, aldus Adamo Diongo. “Niet iedereen is gekant tegen hun aanwezigheid, maar het is te laat. De jagers zijn nu hun enige vorm van bescherming.” Dan Na Ambassagou laat geen enkele afwijkende mening toe en is eveneens begonnen met belastingen te heffen bij de bevolking. Hun woordvoerder, Marcelin Guenguéré, ontkent in alle toonaarden dat het hier om volkerenmoord gaat: “We willen de Peul niet uitmoorden, het zijn onze buren! Maar van zodra een aanval zich voordoet, zullen we hen opjagen tot aan de gehuchten waar ze naartoe vluchten”, zegt hij. “Er wordt van twee kanten geschoten, en de kogels kiezen geen partij. De vrouwen zijn ongewilde slachtoffers.” Worden de dorpen geplunderd en in brand gezet? “De hutten van de Peul zijn van stro, en deze vatten ongewild vuur door de kogels.”
In het begin van de maand werd de weg die Bandiagara verbindt met Bankass en Koro, in het hart van het Dogon land, opgeblazen met explosieven. Door de twee kraters met een diameter van één meter kunnen de trucks van het Malinese leger noch de gepantserde konvooien van de Minusma er doorheen. Enkel de motoren kunnen passeren. De bloedige kloof tussen Dan Na Ambassagou en de milities van de Peul, al dan niet jihadistisch, is groter dan ooit. In 2019 werden bijna 500 Malinezen vermoord in de loop van gewelddadige confrontaties tussen de gemeenschappen in Mali, volgens de cijfers van het Armed Conflict Location & Event Data Project, waaronder 370 in moordpartijen van de dozo milities.
Issa (naam werd veranderd) is in oktober weggegaan uit Birga, één van de laatste door de Peul bewoonde dorpen in de regio tussen Koro en Bankass. Er werd een kleine politiepost opgericht. “We kunnen niet meer weg uit het dorp. Wanneer we een kilometer buiten het dorp kwamen, werden we beschoten”, stelt hij. “De Peul uit de naburige dorpen zijn gevlucht naar Birga. Het embargo heeft de economie verwoest, we kunnen niet meer met de kuddes naar de weilanden.” Hij is ontsnapt met behulp van een militair konvooi en laat zijn vrouw en drie kinderen achter. In Bamako overleeft hij aan de rand van de veemarkt, zoals veel andere ontheemde Peul, en verontschuldigt zich voor het gebalk van een ezel.
In zijn dorp liggen de wijken van de Peul en de Dogon maar enkele tientallen meter uit elkaar, legt hij uit. “Ik heb Dogon vrienden, die ons dikwijls in het geheim helpen, maar ze vrezen represailles indien ze openlijk met ons zouden spreken. De Minusma heeft naar beste vermogen geprobeerd een bemiddelaar te zijn tussen de gemeenschappen, maar een verzoening heeft nooit echt plaatsgevonden: het dodental is blijven toenemen.” Issa kent de namen van de overleden Peul van Birga uit het hoofd. 16 namen, waaronder één van zijn kinderen. “Deze zomer hebben ze mijn zoon gedood, die het vee aan het hoeden was. Een kogel in de rug. Hij was 9 jaar.”
Auteur: Célian Macé, Speciaal Gezant te Mali
Vertaling: Kristel, vrijwilliger Solidagro
Bron: https://www.liberation.fr/planete/2020/01/02/mali-peuls-et-dogons-des-freres-devenus-ennemis_1771562